Pa Hong was altijd met plantjes bezig, Stekken van oleanders, dat ging hem goed af. Ik had het idee dat hij ieder stekje tot een plant wist op te kweken.


Ook in de kliniek had hij zijn kwekelingen staan. Om er te komen moest je een klein houten trapje op. Dan kwam je op een gemeenschappelijke binnenplaats, die hij geconfisqueerd had voor zijn kwekelingen. Hier kon hij naar hartenlust experimenteren met allerlei potten en planten in allerlei stadia. Niet altijd de mooiste planten, maar wel met veel aandacht en liefde verzorgd.